halogeen
Nederlands
Woordafbreking
- ha·lo·geen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘chemisch element van de’ voor het eerst aangetroffen in 7 [1]
- met het voorvoegsel halo- en met het achtervoegsel -geen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halogeen | halogenen |
verkleinwoord | halogeentje | halogeentjes |
Zelfstandig naamwoord
halogeen o [3]
- (scheikunde) naam voor elk element uit de zevende chemische reeks van het periodiek systeem. De overeenkomst van de elementen uit de halogeenreeks is de buitenste elektronenschil , die zeven elektronen bezit
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- pnicogeen, chalcogeen
Vertalingen
1.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | halogeen | halogener | halogeenst |
verbogen | halogene | halogenere | halogeenste |
partitief | halogeens | halogeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
halogeen
Gangbaarheid
- Het woord halogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'halogeen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.