haagspel
Nederlands
Woordafbreking
- haag·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haag zn en spel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haagspel | haagspelen |
verkleinwoord | haagspelletje | haagspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
haagspel o
- (historisch), (feest) in de 15e en 16e eeuw een toneelwedstrijd tussen rederijkerskamers
- Landjuweel was een samenkomst van alle Kamers uit het gehele land; een haagspel werd gehouden voor een beperkt aantal Kamers uit een bepaalde streek.ement. [1]
- (historisch), (feest) rederijkersfeest
Gangbaarheid
- Het woord haagspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- hagspel wel een landjuweel? Gereformeerd gezinsblad (3 augustus 1956) op website Delpher: https//www.delpher.nl; geraadpleegd 2018-10-23
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.