landjuweel
Nederlands
Woordafbreking
- land·ju·weel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wedstrijd van rederijkerskamers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1618 [1]
- samenstelling van land zn en juweel zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landjuweel | landjuwelen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
landjuweel o [3]
- (toponiem: land) groot feest van de rederijkers waar de kamers van een land voor werden uitgenodigd waarvan de laatste in 1562 plaatsvond
- (toponiem: land) (België) jaarlijkse toneelwedstrijd voor amateurgezelschappen
- (toponiem: land) de eerste prijs bij een landjuweel
Gangbaarheid
- Het woord landjuweel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'landjuweel' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.