griend
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- griend
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Deens, in de betekenis van ‘walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
- Leenwoord uit het Deens, in de betekenis van ‘griend walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
- In de betekenis van ‘waard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | griend | grienden |
verkleinwoord | griendje | griendjes |
Zelfstandig naamwoord
griend m
Synoniemen
- [1] zwarte griend, traanvis
Verwante begrippen
Hyponiemen
- hakgriend
Afgeleide begrippen
- griendbaas, griendgewas, griendhout, griendkade, griendland, griendwaard, griendwerker
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord griend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'griend' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.