grein
Nederlands
Woordafbreking
- grein
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘korrel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gewichtje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1371 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grein | greinen |
verkleinwoord | greintje | greintjes |
Zelfstandig naamwoord
grein o
- een kleine hoeveelheid
Verwante begrippen
eenheden van massa (gewicht) in het Nederlands (nld) |
---|
yoctogram • zeptogram • attogram • femtogram • picogram • nanogram • microgram • milligram • centigram • decigram • gram • decagram • hectogram • kilogram • megagram • gigagram • teragram • petagram • exagram • zettagram • yottagram |
ons • pond • ton buiten gebruik: drachma • grein • lood • medicinaal pond • scrupel |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
greinen |
grein
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van greinen
- Ik grein.
- gebiedende wijs van greinen
- Grein!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van greinen
- Grein je?
Gangbaarheid
- Het woord grein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grein' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.