sikkepit
Nederlands
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘klein beetje’ voor het eerst aangetroffen in 1709 [1]
- komt van geitenkeutel
Woordafbreking
- sik·ke·pit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sikkepit | |
verkleinwoord | sikkepitje | sikkepitjes |
Zelfstandig naamwoord
sikkepit v/m [2]
- alleen ontkennend: geen ~: niets, nog geen klein deel ervan
- Ik geloof er geen sikkepit van.
- Ik geloof er helemaal niets van
Gangbaarheid
- Het woord sikkepit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sikkepit' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.