gospel

o 1. bord en de stenen die worden gebruikt bij de denksport go
o 2. beoefening van de denksport go

Nederlands

Uitspraak
  • m muziekgenre:
    • Geluid:  gospel    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈɡɔspəl/
  • o bordspel:
    • Geluid:  gospel    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈɡospɛl/
Woordafbreking
  • m: gos·pel
  • o: go·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gospel gospels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gospel m

  1. (muziek) christelijk muziekgenre geboren in de katoenvelden van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika
  2. (muziek) christelijk lied dat past in het genre dat is ontstaan in de katoenvelden van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord gospel 1. gospellen
2. gospelen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gospel o

  1. verzamelterm voor het bord en de stenen die worden gebruikt bij de denksport go
  2. (sport) beoefening van de denksport go
Schrijfwijzen
  • Als het nodig is om verwarring met de muzieksoort te voorkomen, kan de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: go-spel [3].
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gospel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "gospel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. gospel op website: Etymologiebank.nl
  3. uitzondering op spellingregel 6.C: "Als een samenstelling moeilijk te lezen of te begrijpen is, kunnen we de structuur verduidelijken met een koppelteken."
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.