weggooien
Nederlands
Woordafbreking
- weg·gooi·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg bw en gooien
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
weggooien |
gooide weg |
weggegooid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
weggooien
- overgankelijk iets met de hand in beweging brengen zodat het zich snel vrij door de lucht verwijdert
- Je kunt simpelweg een bal weggooien en terug laten brengen door je hond. [1]
- Ook tilde hij biervaten op en wedde met een anderen bezoeker wie ze 't verste kon weggooien; [2]
- overgankelijk zich van iets ontdoen
- Kun je die dozen even voor me weggooien?
- (figuurlijk)overgankelijk iets waardevols door eigen toedoen verliezen
- We vinden het afgrijselijk dat jongeren hun toekomst weggooien. [3]
Uitdrukkingen en gezegden
- geld weggooien
- het kind met het badwater weggooien
- op slot doen en de sleutel weggooien
Spreekwoorden
- Men moet oude schoenen niet weggooien, voordat men nieuwe heeft.
Gangbaarheid
- Het woord weggooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weggooien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Beweging. op website K9s.nl; par. "Spel"; geraadpleegd 2015-07-05
- Netscher, F. "De haas." in: Groot Nederland. Letterkundig Maandschrift voor den Nederlandschen stam. jrg. 1 deel 1 (1903) Van Holkema & Warendorf, Amsterdam; p. 64; geraadpleegd 2015-07-05
- uitspraak J. van der Blom in NPO Spirit (26 maart 2015) NCRV; geraadpleegd 2015-07-05
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.