gondel
Nederlands
Woordafbreking
- gon·del
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘Venetiaans bootje’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1]
- [5, 6] Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gondel | gondels |
verkleinwoord | gondeltje | gondeltjes |
Zelfstandig naamwoord
gondel v/m
- een pleziervaartuig in Venetië
- bovenste gedeelte van een windturbine
- de cabine van een kabelbaan
- het schuitje van een luchtballon
- (Jiddisch-Hebreeuws) vrouw, dame
- (Jiddisch-Hebreeuws) prostituee
Vertalingen
1. een pleziervaartuig in Venetië
Gangbaarheid
- Het woord gondel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gondel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "gondel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.