godslastering
Nederlands
Woordafbreking
- gods·las·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van god zn en lastering zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godslastering | godslasteringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
godslastering v
- (religie) belediging of bespotting van God/een godheid
- Hij werd aangeklaagd wegens godslastering.
- (figuurlijk)vloek[1]
- (figuurlijk) zware zonde
- Het is niet geoorloofd geweld te gebruiken tegen je ouders, maar het is een godslastering om geweld te gebruiken tegen de gemeenschap.[2]
Synoniemen
- [1] blasfemie
Vertalingen
1. belediging of bespotting van God/een godheid
Gangbaarheid
- Het woord godslastering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'godslastering' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.