blasfemie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blas·fe·mie
Woordherkomst en -opbouw
  • Al dan niet via het Oudfranse blasfemie ontleend aan het (christelijk-)Latijnse blasphemia (zelf een ontlening aan het Oudgriekse βλασφημία).[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord blasfemie blasfemieën
verkleinwoord blasfemietje blasfemietjes

Zelfstandig naamwoord

blasfemie v

  1. (religie) een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
    • Moslims beschouwen het maken van een spotprent met de profeet erin als blasfemie. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blasfemie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord blasfemie -

Zelfstandig naamwoord

blasfemie

  1. blasfemie
Afgeleide begrippen
  • blasfemies


Italiaans

Zelfstandig naamwoord

blasfemie mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord blasfemia


Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

blasfemie v

  1. blasfemie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.