blasfemie
Nederlands
Woordafbreking
- blas·fe·mie
Woordherkomst en -opbouw
- Al dan niet via het Oudfranse blasfemie ontleend aan het (christelijk-)Latijnse blasphemia (zelf een ontlening aan het Oudgriekse βλασφημία).[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blasfemie | blasfemieën |
verkleinwoord | blasfemietje | blasfemietjes |
Zelfstandig naamwoord
blasfemie v
- (religie) een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
- Moslims beschouwen het maken van een spotprent met de profeet erin als blasfemie.
Vertalingen
1. een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
Gangbaarheid
- Het woord blasfemie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blasfemie' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.