glossarium

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glos·sa·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verklarende woordenlijst’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Latijnse glōssa (verklarende aantekening bij een woord) met het achtervoegsel -arium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord glossarium glossaria
verkleinwoord glossariumpje glossariumpjes

Zelfstandig naamwoord

glossarium o

  1. verklarende woordenlijst: glossarium van de rechtsgeleerdheid, glossarium van het internet
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord glossarium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.