glibberig
Nederlands
Woordafbreking
- glib·be·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | glibberig | glibberiger | glibberigst |
verbogen | glibberige | glibberigere | glibberigste |
partitief | glibberigs | glibberigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
glibberig
- moeilijk houvast op te krijgen
- De door ijzel glibberige wegen leidden tot veel ongemak.
- glad en slijmerig
- Hij hoorde, dat het de stem van de Woordbouwer was. En toen hij de hand wilde grijpen veranderde die plotseling in de glibberige vangarm van de Slabber. [1]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- glibberigheid
Vertalingen
1. glad, moeilijk houvast op te krijgen
|
Gangbaarheid
- Het woord glibberig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'glibberig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.