gipsplaat
Nederlands
Woordafbreking
- gips·plaat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gips en plaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gipsplaat | gipsplaten |
verkleinwoord | gipsplaatje | gipsplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
gipsplaat v / m
- (bouwkunde) plaat waarin gips is verwerkt en die wordt gebruikt als brandveilig bouwmateriaal, gipskartonplaat of gipsvezelplaat waarbij in de praktijk meestal eerstgenoemde wordt bedoeld
Gangbaarheid
- Het woord gipsplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gipsplaat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.