gifpil

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gif·pil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifpil gifpillen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gifpil v / m

  1. (farmacologie) giftige pil
  2. (bedrijfskunde) constructie waarmee een nv zich probeert te beschermen tegen een ongewenste overname

Gangbaarheid

  • Het woord gifpil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.