gezang
Nederlands
Woordafbreking
- ge·zang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezang | gezangen |
verkleinwoord | gezangetje | gezangetjes |
Zelfstandig naamwoord
gezang o [1]
- het zingen
- lied
- Een gezang is een term die in protestants-christelijke Kerken in Nederland gebruikt wordt voor een bepaald type kerkelijk lied.
Hyponiemen
- beurtgezang, harpgezang, kerkgezang, kindergezang, koorgezang, koraalgezang, lofgezang, psalmgezang, tussengezang, vogelgezang, walvisgezang
Afgeleide begrippen
- gezangboek, gezangbord, gezangenbundel
Gangbaarheid
- Het woord gezang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezang' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.