gewoonte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gewoonte    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χəˈʋontə/, /χəˈʋoʊ̯ntə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈβ̞oːntə/
    • (Limburg): /ɣəˈwoːntə/
Woordafbreking
  • ge·woon·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van gewoon met het achtervoegsel -te.
enkelvoud meervoud
naamwoord gewoonte gewoonten, gewoontes
verkleinwoord gewoontetje gewoontetjes

Zelfstandig naamwoord

gewoonte v

  1. vaste wijze om dingen te doen
    • Autorijden wordt heel snel een gewoonte. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De gewoonte is ( of wordt) een tweede natuur
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gewoonte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.