gewoontegebaar
Nederlands
Woordafbreking
- ge·woon·te·ge·baar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gewoonte en gebaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewoontegebaar | gewoontegebaren |
verkleinwoord | gewoontegebaartje | gewoontegebaartjes |
Zelfstandig naamwoord
gewoontegebaar o
- een beweging die men onbewust en automatisch maakt zonder veel betekenis
- Mamoerra raakt steeds meer bevrijd in de liefde en steeds dieper ondergedompeld in de seksuele roes: `Haar vingertoppen zochten de zoom van haar nachtgewaad om het op te tillen, een gewoontegebaar, maar onmiddellijk besefte ze dat ze naakt was. Een fantoomsensatie'.[1]
Gangbaarheid
- Het woord gewoontegebaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Arjen Fortuin 24 oktober 2003
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.