geul

• Geluid:  geul    (hulp, bestand)
• IPA: /xøl/

• geul

• In de betekenis van ‘smal water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 908 [1]

geul v/m

1. een lange en smalle verlaging in de grond waar water door kan stromen

1. • Hij probeerde te ontsnappen via een weiland, maar bleef steken in een geul. 

1. • Langs de IJssel tussen Veessen en Wapenveld wordt een geul gegraven om de IJssel bij extreem hoogwater meer ruimte te geven.[2] 

2. een lange en smalle verlaging in de bodem van een rivier

1. • De geul naar Rotterdam is zo smal dat de loodsen de hulp van een draagbaar navigatiesysteem goed kunnen gebruiken. 

2. een kleine uitholling ontstaan door erosie of de eroderende werking van water

1. • Bij sneeuw en gletsjers wordt de geul waardoor de massa zich baant door de druk van het ijs verdiept en verbreed en het losgewerkte materiaal in en onder het ijs verplaatst.  

2. een verdieping tussen de zandbanken in het wad

1. • Je zakt soms tot je knieën weg in het slik en af en toe moet je door een geul waden en komt het water tot je middel. 

2. een aanleg van ondergrondseinfrastructuur zoals kabels en leidingen

1. • Er wordt een geul gegraven van ongeveer 30 cm diep dwars door de tuin. Deze is voor de leidingen in de badkamer. 

• Geul

• [1] watergang

• [1] goot
• [2] kreek
• [3] slenk
• [4] priel
• [5] sleuf, kabelbed

• [2] stroomgeul, vaargeul

• [1-5] beekje, gleuf, greppel, groeve, put, ril, sloot, uitgraving, vore
• [2] grondwater, waterafvoer, waterhuishoud

• Het woord geul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geul' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.