sleuf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleuf    (hulp, bestand)
  • IPA: sløf
Woordafbreking
  • sleuf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘smalle groef’ voor het eerst aangetroffen in 1625 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sleuf sleuven
verkleinwoord sleufje sleufjes

Zelfstandig naamwoord

sleuf v/m

  1. een langgerekte, nauwe en vrij diepe inkerving of uitgraving
    • De arbeider stond in een gegraven sleuf toen die dichtklapte.[3] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sleuf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.