gestoorde
Nederlands
Woordafbreking
- ge·stoor·de
Bijvoeglijk naamwoord
gestoorde
- verbogen vorm van de stellende trap van gestoord
![](../I/m/The_Lunatic_Asylum.png)
gestoorde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gestoorde | gestoorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gestoorde v/m
- iemand die volgens de geldende normen niet normaal is
- iemand die een misdaad pleegt
- - De vragenstellers moesten zich in schaapskleren hullen om te onthullen wat er aan verborgen oordelen leeft, en ze wilden met hun vragen blootleggen dat niet iedereen dezelfde definitie van verkrachting heeft. Niemand die je er rechtstreeks naar vraagt keurt verkrachting goed, maar toch gebeurt het, niet alleen door seksueel gestoorden, ook door klasgenoten, cafégangers of collega’s. De daders voelen zich geen verkrachter. [1]
Synoniemen
- [1] gek, mafkees, idioot, verwarde, dwaas, halvegare, krankzinnige, malloot, zot
- [2] crimineel, misdadiger
Gangbaarheid
- Het woord gestoorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gestoorde' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Alma Mathijsen 2 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.