genotype

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·no·ty·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘type zoals bepaald door erfelijke aanleg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1936 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord genotype genotypen
genotypes
verkleinwoord genotypetje genotypetjes

Zelfstandig naamwoord

genotype o

  1. (wetenschap) het geheel van genetische kenmerken dat een soort onderscheidt
    • Het geslacht ligt vast in het genotype van de mens. 
  1. (wetenschap) de sequentie van de nucleïnezuren in DNA en RNA in de mitochondriën
Afgeleide begrippen
  • genotypisch
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genotype staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.