genegenheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ne·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord genegenheid genegenheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

genegenheid v

  1. het gesteld zijn op iemand
    • Hij koesterde een grote genegenheid voor die rakker van een buurjongen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.