genegenheid
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ne·gen·heid
Zelfstandig naamwoord
genegenheid v
- het gesteld zijn op iemand
- Hij koesterde een grote genegenheid voor die rakker van een buurjongen.
Vertalingen
1. het gesteld zijn op iemand
Gangbaarheid
- Het woord genegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'genegenheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.