genegen
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lust tot iets hebbend’ voor het eerst aangetroffen in 1480 [1]
- vervoeging van nijgen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)
Gangbaarheid
- Het woord genegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'genegen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.