gehoorzaal
Nederlands
Woordafbreking
- ge·hoor·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gehoor en zaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorzaal | gehoorzalen |
verkleinwoord | gehoorzaaltje | gehoorzaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
gehoorzaal v / m [1]
- (kunst) zaal voor voordrachten, colleges, muziekuitvoeringen enz
Verwante begrippen
Hyponiemen
- stadsgehoorzaal
Gangbaarheid
- Het woord gehoorzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.