gedeelte
Nederlands
Woordafbreking
- ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘deel’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1]
- Afgeleid van het voltooid deelwoord van delen met het achtervoegsel -te.
- Naamwoord van handeling van delen met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedeelte | gedeeltes gedeelten |
verkleinwoord | gedeeltetje | gedeeltetjes |
Zelfstandig naamwoord
gedeelte o
- minder dan het geheel
- Hij heeft een gedeelte van het werk mee naar huis genomen.
Hyponiemen
- achtergedeelte, bovengedeelte, kindsgedeelte, ondergedeelte
Vertalingen
1. minder dan het geheel
Gangbaarheid
- Het woord gedeelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedeelte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.