fysicus
Nederlands
Woordafbreking
- fy·si·cus
Zelfstandig naamwoord
fysicus m
- (beroep) wetenschapper die de fysica of natuurkunde beoefent.
- Zijn grootste succes kende de LHC in 2012, toen fysici in de versneller het langgezochte higgsdeeltje ontdekten. Dat deeltje wordt breed beschouwd als het laatste ontbrekende puzzelstukje van het zogeheten standaardmodel, de natuurkundetheorie die alle deeltjes en hun gedrag in een enkele wiskundige formule giet. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fysicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fysicus' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Volkskrant George van Hal 21 januari 2019 Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.