forelder

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / fɔɾˈeldəɾ /
Woordafbreking
  • for·el·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord forellrar
  • Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel for-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forelder     forelderen     foreldre     foreldra
foreldrene  
genitief   forelders     forelderens     foreldres     foreldras
foreldrenes  

Zelfstandig naamwoord

forelder, m

  1. (familie) ouder
  1. «Ett av fire barn bor med én forelder, og det blir stadig flere av dem.»
    Een op de vier kinderen woont bij één ouder, en van hen komen er steeds meer.
Synoniemen
  • far (mannelijke vorm)
  • mor (vrouwelijke vorm)
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • aleineforelder
  • aleneforelder


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / fɔɾˈeldəɾ /
Woordafbreking
  • for·el·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord forellrar
  • Nynorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel for-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   forelder     forelderen     foreldre     foreldra  
genitief   forelders     forelderens     foreldres     foreldras  

Zelfstandig naamwoord

forelder, m

  1. (familie) ouder
Synoniemen
  • far (mannelijke vorm)
  • mor (vrouwelijke vorm)
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.