dotter
1. Caltha palustris
Nederlands
Woordafbreking
- dot·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dotter | dotters |
verkleinwoord | dottertje | dottertjes |
Afgeleide begrippen
- dodder, dotterbloem, dotterkruid
Opmerkingen
- De naam dottergras voor veenpluis Eriophorum angustifolium
verwijst vermoedelijk naar dot en is dus alleen klankverwant. [3]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dotteren |
dotter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dotteren
- Ik dotter.
- gebiedende wijs van dotteren
- Dotter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dotteren
- Dotter je?
Gangbaarheid
- Het woord dotter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dotter' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen. |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /'dotəɾ/
Woordafbreking
- dot·ter
Zelfstandig naamwoord
dotter m
- «Dei har ein son og to døtrer.»
- De heeft een zoon en twee dochters.
- «Dei har ein son og to døtrer.»
- (sociologie) vrouwelijk persoon uit dezelfde geboortestreek of oorsproong.
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | dotter | dottera | døtrer | døtrene |
genitief | dotters | dotteras | døtrers | døtrenes |
Antoniemen
- son
Afgeleide begrippen
- [1] stedotter, svigerdotter
Uitdrukkingen en gezegden
[1] mor og dotter
- Moeder en dochter.
[2] ei dotter av si tid
- Een dochter van zijn tijd.
Zweeds
Woordafbreking
- dot·ter
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | dotter | dottern | döttrar | döttrarna |
genitief | dotters | dotterns | döttrars | döttrarnas |
Afgeleide begrippen
- adoptivdotter
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.