fixatie
Nederlands
Woordafbreking
- fixa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘volledige aandacht’ voor het eerst aangetroffen in 1932 [1]
- Naamwoord van handeling van fixeren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fixatie | fixaties |
verkleinwoord | fixatietje | fixatietjes |
Zelfstandig naamwoord
fixatie v
- het fixeren, het vastzetten, het vasthechten
- een (overmatig) sterke belangstelling voor iets
- (psychologie) overmatig sterke binding aan een vroegere fase van de ontwikkeling (een bepaalde ervaring of persoon)
Hyponiemen
- stikstoffixatie
Afgeleide begrippen
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Gangbaarheid
- Het woord fixatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fixatie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.