fitter

Nederlands

Niet te verwarren met: vitter
Uitspraak
Woordafbreking
  • fit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fitter fitters
verkleinwoord fittertje fittertjes

Zelfstandig naamwoord

fitter m [2]

  1. (techniek) (beroep) iemand die fit (buisleidingen, kranen enz. aanbrengt)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • fitterstang, fitterswagen, fitterwagen
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van fitster
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

fitter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van fit

Gangbaarheid

  • Het woord fitter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.