gestalte
Nederlands
Woordafbreking
- ge·stal·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gedaante’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1542 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gestalte | gestalten gestaltes |
verkleinwoord | gestaltetje | gestaltetjes |
Zelfstandig naamwoord
gestalte v
- de vorm van een rechtopstaande mens
- Er verscheen een rijzige gestalte op de heuvel.
Hyponiemen
- maangestalte, schaduwgestalte, schijngestalte, spookgestalte, wangestalte
Vertalingen
1. de vorm van een rechtopstaande mens
Gangbaarheid
- Het woord gestalte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gestalte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.