factorij
Nederlands
Woordafbreking
- fac·to·rij
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘filiaal van handelsonderneming in buitenland’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
- afgeleid van factor met het achtervoegsel -ij [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | factorij | factorijen |
verkleinwoord | factorijtje | factorijtjes |
Zelfstandig naamwoord
factorij v [3]
- (handel) (geschiedenis) een nederzetting in een ander land die fungeerde als steunpunt voor overzeese handel.
Hyponiemen
- handelsfactorij
Gangbaarheid
- Het woord factorij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'factorij' herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.