executeur
Nederlands
Woordafbreking
- exe·cu·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitvoerder’ voor het eerst aangetroffen in 1476 [1]
- afgeleid van het Franse exécuteur [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | executeur | executeurs executeuren |
verkleinwoord | - | - |
Verwante begrippen
- executrice
Afgeleide begrippen
- executeur-testamentair
Gangbaarheid
- Het woord executeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'executeur' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.