eraan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eraan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛˈraːn/
Woordafbreking
  • er·aan
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     aan  
 persoonlijk     eraan  
aanwijz.  nabij     hieraan  
  veraf     daaraan  
  vragend/betrekk.     waaraan  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
eraan

  1. vervangt *aan het, *aan ze
    • Toen moest ook hij eraan geloven. 
  1. eraan gaan: doodgaan
  2. eraan komen : al onderweg zijn
  3. eraan komen fietsen, hollen, lopen enz: al onderweg zijn op de beschreven manier
  4. eraan moeten geloven: je ergens bij neer moeten leggen, overlijden
  5. eraan toegaan: hoe iets gebeurd
  6. eraan toezijn: hoe de conditie van iemand is, ergens behoefte aan hebben
  7. eraan zijn: moe zijn
  8. met alles erop en eraan: helemaal compleet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.