enveloppe

Nederlands

Twee enveloppen
Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ve·lop·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘briefomslag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord enveloppe enveloppen
verkleinwoord enveloppetje enveloppetjes

Zelfstandig naamwoord

enveloppe v/m

  1. een papieren omslag voor brieven
    • Ik liet gisteren mijn hele doos met enveloppen vallen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord enveloppe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.