embolie
Nederlands
Woordafbreking
- em·bo·lie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verstopping van bloedvat’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
- afgeleid van het Griekse 'embolon' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | embolie | embolieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
embolie v
- (medisch) een plotselinge afsluiting van een slagader of een haarvat door een van een andere plaats afkomstige, met de bloedstroom meegesleepte obstructie, een embolus of embool genoemd
Synoniemen
- bloedvatverstopping
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord embolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'embolie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.