eindhalte

Nederlands

tram bij eindhalte
Uitspraak
Woordafbreking
  • eind·hal·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindhalte eindhalten
eindhaltes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

eindhalte v/m

  1. de laatste stopplaats van een bus- of tramlijn
    • De hulpdiensten rukten met spoed uit naar het incident aan de Prins Hendrikkade. Onder andere een traumahelikopter is voor het slachtoffer, volgens ooggetuigen een man, opgestegen. Hij werd gereanimeerd, maar hulp mocht niet meer baten. Het gebied is afgezet voor onderzoek. Dit heeft gevolgen voor het openaar vervoer in de stad, stadsbussen en lijndiensten kunnen begin- of eindhaltes niet bereiken.[1] 
  1. bestemming van een reis
    • Op sociale media zijn foto’s te zien van gefrustreerde reizigers, die zich in een menigte bevinden van lotgenoten die voorlopig hun geplande eindhalte niet zullen halen. In Londen wordt de reizigers gevraagd het station Saint Pancras te verlaten en een overnachtingsplek te zoeken.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eindhalte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 19 jul. 2016
  2. de Telegraaf 29 sep. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.