eetlepel
Nederlands
![](../I/m/Tablespoon6234.jpg)
Een zilveren eetlepel
Woordafbreking
- eet·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eet ww en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eetlepel | eetlepels |
verkleinwoord | eetlepeltje | eetlepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
eetlepel m
- (huishouden) bestek gemaakt van metaal
- Met een eetlepel eet je meestal soep
- Een eetlepel is groter dan een dessertlepel en kleiner dan een opscheplepel.
- de hoeveelheid die in een eetlepel past (met een volume van 15 ml)
- neem twee eetlepels suiker
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord eetlepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eetlepel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.