eerbied
Nederlands
Woordafbreking
- eer·bied
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘achting’ voor het eerst aangetroffen in 1643 [1]
- samenstelling van eer en bied ww [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eerbied | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
eerbied m
- een gevoel van bewondering
- Hij had veel eerbied voor de oude man.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord eerbied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eerbied' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.