eerbiedig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·bie·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eerbiedigeerbiedigereerbiedigst
verbogen eerbiedigeeerbiedigereeerbiedigste
partitief eerbiedigseerbiedigers-

Bijvoeglijk naamwoord

eerbiedig [2]

  1. eerbied koesterend of daarvan blijk gevend
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • eerbiedigheid, eerbiediglijk, oneerbiedigheid
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
eerbiedigen

eerbiedig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eerbiedigen
    • Ik eerbiedig. 
  2. gebiedende wijs van eerbiedigen
    • Eerbiedig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eerbiedigen
    • Eerbiedig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord eerbiedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.