eerbewijs

Nederlands

eerbewijs aan de helden
Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eerbewijs eerbewijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

eerbewijs o [1]

  1. een teken dat uitdrukt dat je iets of iemand bewondert of dankbaar bent
    • Daarnaast hekelt de commisie het feit dat er geen draagvlakpeiling onder de buurtbewoners is gehouden. 'De discussie die daaruit kan ontstaan, kan voorts afbreuk doen aan het eerbewijs dat met de naamstoekenning wordt beoogd.' [2] 
    • Het Singel is een gracht die loopt vanaf het IJ tot het Muntplein, waar die uitmondt in de Binnen Amstel. In de zeventiende eeuw werd de gracht wel tijdelijk de Koningsgracht genoemd, als eerbewijs aan Koning Hendrik IV van Frankrijk. In die tijd was dat een belangrijke bondgenoot van de Republiek. Het Koningsplein herinnert nog aan die periode. [3] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eerbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.