eensgezindheid
Nederlands
Woordafbreking
- eens·ge·zind·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van eensgezind met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eensgezindheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
eensgezindheid v
- zonder onenigheid dezelfde denkbeelden en plannen koesteren
- Met grote eensgezindheid werd het probleem aangepakt.
Gangbaarheid
- Het woord eensgezindheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.