dusdanig
Nederlands
Woordafbreking
- dus·da·nig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1]
- Samenstellende afleiding van dus en doen met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | dusdanig |
verbogen | dusdanige |
partitief | dusdanigs |
Bijvoeglijk naamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
dusdanig
- als antecedent: met die eigenschappen dat
- Hij koos een dusdanig bereik dat de meting niet van de schaal zou lopen.
- In dusdanige concentraties is deze stof niet bijster gevaarlijk.
Bijwoord
dusdanig
- als antecedent: in die mate dat
- Hij was dusdanig geschrokken dat hij maar naar huis ging.
- Het horloge was dusdanig kostbaar dat hij het niet kon betalen.
Vertalingen
1. in die mate
Gangbaarheid
- Het woord dusdanig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dusdanig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.