dus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dus    (hulp, bestand)
  • IPA: /dʏs/
Woordafbreking
  • dus
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van kwantiteit: op deze wijze, aldus’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
  • In de betekenis van ‘nevenschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]

Voegwoord

dus

  1. om die reden, daarom (signaalwoord)
    • Het is mooi warm weer, dus trek ik geen trui aan. 
    • Hij had goed en hard gestudeerd, dus was hij niet bang voor zijn examen. 
Synoniemen
  1. daarom
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.