duplexwoning

Duplexwoning in Milwaukee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • du·plex·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duplexwoning duplexwoningen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

duplexwoning v [1]

  1. (bouwkunde) kleine eengezinswoning, gebouwd in tijden van woningnood na de Tweede Wereldoorlog, bedoeld om later, samen met een soortgelijke woning één grote woning te vormen
    • Wij woonden in een duplexwoning. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord duplexwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.