eengezinswoning

Nederlands

eengezinswoningen op een rij
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·ge·zins·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eengezinswoning eengezinswoningen
verkleinwoord eengezinswoninkje eengezinswoninkjes

Zelfstandig naamwoord

eengezinswoning v

  1. een huis dat geschikt is om met één gezin in te wonen
    • De meeste woningen in Nederland zijn eengezinswoningen. 
    • Het gezin met 10 kinderen had twee eengezinswoningen nodig om in te wonen. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord eengezinswoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.