duldeloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dul·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dulden met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen duldeloosduldelozerduldeloost
verbogen duldelozeduldelozereduldelooste
partitief duldeloosduldelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

duldeloos

  1. niet te dulden, niet te verdragen
    • De terminale patiënt had een duldeloos lijden en vroeg dan ook om euthanasie. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duldeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.