euthanasie
Nederlands
Woordafbreking
- eu·tha·na·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het bespoedigen van de dood bij ongeneeslijk zieken’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- van het Oudgriekse ευ 'eu' (goede) en θάνατος 'thanatos' (dood) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | euthanasie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
euthanasie v [3]
- het leven van een patiënt op een waardige wijze beëindigen met medicijnen, op verzoek van de patiënt en uitgevoerd door een arts. Als aan de wettelijke eisen is voldaan is euthanasie in Nederland niet strafbaar.
- Ze heeft haar wens voor euthanasie nooit op schrift gesteld.
Synoniemen
- levensbeëindiging
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Vertalingen
1. handelingen die iemands leven beëindigen of het sterven bespoedigen, om pijn en lijden te verkorten
Gangbaarheid
- Het woord euthanasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'euthanasie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.