ondraaglijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·draag·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ondraaglijk | ondraaglijker | ondraaglijkst |
verbogen | ondraaglijke | ondraaglijkere | ondraaglijkste |
partitief | ondraaglijks | ondraaglijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ondraaglijk [1]
- niet te verdragen, niet uit te houden
- Kinderen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden, moeten zelf kunnen vragen om euthanasie [2]
Afgeleide begrippen
- ondraaglijkheid
Verwante begrippen
- ondraagbaar
Gangbaarheid
- Het woord ondraaglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ondraaglijk' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.